De Pintelaan
De Pintelaan is aangelegd op het oude tracée van de spoorlijn Gent-Kortrijk. Deze spoorlijn veroorzaakte veel protest bij de buurtbewoners. Zij ondertekenden op 16 augustus 1839 een petitie waarin zij vragen of er geen overweg kan aangelegd worden ter hoogte van de Zwijnaardse dries (huidige Opvoedingsstraat). Zij melden dat de 800 buurtbewoners het contact met elkaar zijn verloren door het aanleggen van deze "railway".
Bij de ondertekening komen we namen tegen van bekende families 'Ottergemse' families...
Pieter Claeman, Livinus de Moerloose, Ludovicus de Smet, J. Claerman, I. de Moerloose, F. Guyreel, F. de Vreese, J. Grootaert, Cardon, Geerdaerdus Bruyneel, Jan Vereeke, V. Vermeulen, Bormans, C. v. d. Meirsch, P. de Vreese, Livuus Claerman, J. Bruyners, Machaurius Daese, P. Bundervoet, J. Claerman, L. Hutsebaut.
Het deel ten noorden van de Pintelaan tussen de Zwijnaardse- en de Oudenaardsesteenweg maakte deel uit van de Wereldtentoonstelling 1913.
Na de eerste wereldoorlog werden op deze gronden de oefenterreinen en opslagplaatsen van het leger opgericht. In een vergadering van 5 juli 1932 werd in de kamer der volksvertegenwoordigers pittig gediscussieerd over de gronden van de oude spoorlijn. De Stad Gent was erg geïnteresseerd in deze strook van 850 meter lang waarvan de Belgische Staat eigenaar was. Zij wilden er nl. graag een nieuwe laan aanleggen. Maar dat zag de Staat niet zitten want dan zouden de gebouwen van het leger aan de straat komen te liggen. De discussie eindigt met een compromis waarbij de grond uiteindelijk toch verkocht wordt aan de Stad Gent voor 3 frank m2 met een totaal van 150.000 frank.
Op de hoek van de Pintelaan en de Achilles Musschestraat was eertijds ook de kruidenierswinkel van de samenwerkende maatschappij Vooruit. In 1928 werden door architect Albert De Wilde deze woningen gebouwd in de Pintelaan, Achilles Musschestraat, Valkeniersstraat in opdracht van de socialistische bouwmaatschappij De Goede Werkmanswoning. Emile van Sweden was toen de beheerder van deze maatschappij alsook van de Gentsche bouwwerken.
In 1958 diende Richard Aernoudt een bouwaanvraag in om zijn woonhuis in de Ruststraat 4 te mogen ombouwen tot winkel met gevel in de De Pintelaan 11bis.
Bij de ondertekening komen we namen tegen van bekende families 'Ottergemse' families...
Pieter Claeman, Livinus de Moerloose, Ludovicus de Smet, J. Claerman, I. de Moerloose, F. Guyreel, F. de Vreese, J. Grootaert, Cardon, Geerdaerdus Bruyneel, Jan Vereeke, V. Vermeulen, Bormans, C. v. d. Meirsch, P. de Vreese, Livuus Claerman, J. Bruyners, Machaurius Daese, P. Bundervoet, J. Claerman, L. Hutsebaut.
Het deel ten noorden van de Pintelaan tussen de Zwijnaardse- en de Oudenaardsesteenweg maakte deel uit van de Wereldtentoonstelling 1913.
Na de eerste wereldoorlog werden op deze gronden de oefenterreinen en opslagplaatsen van het leger opgericht. In een vergadering van 5 juli 1932 werd in de kamer der volksvertegenwoordigers pittig gediscussieerd over de gronden van de oude spoorlijn. De Stad Gent was erg geïnteresseerd in deze strook van 850 meter lang waarvan de Belgische Staat eigenaar was. Zij wilden er nl. graag een nieuwe laan aanleggen. Maar dat zag de Staat niet zitten want dan zouden de gebouwen van het leger aan de straat komen te liggen. De discussie eindigt met een compromis waarbij de grond uiteindelijk toch verkocht wordt aan de Stad Gent voor 3 frank m2 met een totaal van 150.000 frank.
Op de hoek van de Pintelaan en de Achilles Musschestraat was eertijds ook de kruidenierswinkel van de samenwerkende maatschappij Vooruit. In 1928 werden door architect Albert De Wilde deze woningen gebouwd in de Pintelaan, Achilles Musschestraat, Valkeniersstraat in opdracht van de socialistische bouwmaatschappij De Goede Werkmanswoning. Emile van Sweden was toen de beheerder van deze maatschappij alsook van de Gentsche bouwwerken.
In 1958 diende Richard Aernoudt een bouwaanvraag in om zijn woonhuis in de Ruststraat 4 te mogen ombouwen tot winkel met gevel in de De Pintelaan 11bis.